Ofwel Dermatophagoides pteronyssinus. Deze mijt (lengte: ca. 0,3mm) leeft in huisstof en vermenigvuldigt zich voornamelijk in matrassen en hoofdkussens. Huisstofmijten horen bij het ecologisch systeem van elke woonruimte en zitten winter en zomer, lente en herfst in onze woningen. Met de hygiëne (of het vermeende gebrek daaraan) van de bewoners heeft het aantal huisstofmijten niets te maken.
De huisstofmijt komt in alle landen en alle klimaten voor, behalve op grote hoogte. Daar kan hij zich immers moeilijk voortplanten. De huisstofmijt prefereert een temperatuur tussen 21 en 26 º Celsius en een luchtvochtigheid van 65-75%. Zijn dieet bestaat onder meer uit menselijke huidschilfers in beddengoed. De gezondheidsklachten bij de mens worden niet door de mijt zelf veroorzaakt, maar door zijn uitwerpselen. Als die uiteenvallen vormen ze zulke kleine deeltje dat ze kunnen doordringen tot in de longblaasjes. Daar lokken ze dan een astma-aanval uit. Zowat 10% van de Westerse bevolking zou allergisch zijn voor huisstofmijten.